consult
Uiterlijk
- con·sult
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘raad’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1799 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | consult | consulten |
verkleinwoord | consultje | consultjes |
het consult o
- (medisch) (juridisch) een adviesgesprek met een arts of rechtsgeleerde
- Hij ging naar het consult dat hij had afgesproken met de arts.
1. een adviesgesprek met een arts of rechtsgeleerde
- Het woord consult staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "consult" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "consult" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to consult |
he/she/it | consults |
verleden tijd | consulted |
voltooid deelwoord |
consulted |
onvoltooid deelwoord |
consulting |
gebiedende wijs | consult |
consult
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 90 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 7
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Werkwoord in het Engels