raadpleging
Uiterlijk
- Geluid: raadpleging (hulp, bestand)
- raad·ple·ging
- Naamwoord van handeling van raadplegen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | raadpleging | raadplegingen |
verkleinwoord | - | - |
de raadpleging v
- het raadplegen
- Het woord raadpleging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "raadpleging" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be