chocoladehagelslag
Uiterlijk
- cho·co·la·de·ha·gel·slag
- samenstelling van chocolade en hagelslag
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | chocoladehagelslag | - |
| verkleinwoord |
de chocoladehagelslag m
- (voeding) kleine chocoladekorrels, chocoladehagel, muizenstrontjes (Vlaams)
- Ik heb de taart bestrooid met chocoladehagelslag.
- chocolade, chocolademelk, chocoladepasta, chocoladepudding, chocoladeletter, chocolaterie, chocolatier
1. kleine chocoladen korrels
- Het woord chocoladehagelslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.