carburateur

Uit WikiWoordenboek
Carburateur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • car·bu·ra·teur
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Franse 'carburateur' (met het achtervoegsel -ateur)
enkelvoud meervoud
naamwoord carburateur carburateurs
verkleinwoord carburateurtje carburateurtjes

Zelfstandig naamwoord

de carburateurm

  1. (motortechniek) onderdeel van een verbrandingsmotor waarin de brandstof vergast wordt en met lucht wordt gemengd
Schrijfwijzen
Synoniemen
Meroniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be