capituleren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: capituleren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ca·pi·tu·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zich overgeven’ voor het eerst aangetroffen in 1588 [1]
- afgeleid van het Franse capituler (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
capituleren |
capituleerde |
gecapituleerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
capituleren
- inergatief het verzet staken, zich overgeven
- - Na twee atoombommen op Hirosjima en Nagasaki capituleerde het Japanse keizerrijk onvoorwaardelijk.
- - Net zomin als haar vader weigert te capituleren voor een ongelukje met een elektrische zaag, wil ook Van Rouwendaal geen concessies doen aan haar trainingsarbeid. „Ik kan nog steeds zestien kilometer per dag zwemmen, hoor. Maar ik wilde het niet te veel pushen. Ik dacht: die pijn moet wel weg zijn voor de Spelen, anders wordt het een slecht jaar.”[4]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. het verzet staken, zich overgeven
Gangbaarheid
- Het woord capituleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "capituleren" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "capituleren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ capituleren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Rob Schoof NRC 20 mei 2016
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %