Naar inhoud springen

capere

Uit WikiWoordenboek
stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. act.
1e pers. enk.
ind. perf. act.
supinum
capere căpĭō cēpī căptum
vijfde vervoeging volledig

căpĕre

  1. overgankelijk nemen, pakken, krijgen