calorie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

caloriearme taartjes
Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·lo·rie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘warmte-eenheid’ voor het eerst aangetroffen in 1869 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord calorie calorieën
verkleinwoord calorietje calorietjes

Zelfstandig naamwoord

de caloriev

  1. (thermodynamica), (eenheid), (verouderd) een eenheid van warmte, gelijk aan de warmte benodigd om een gram water een graad (kelvin of Celsius) in temperatuur te doen stijgen, weergegeven met symbool cal
    • Later bleek een calorie aan warmte overeen te komen met 4,2 joules aan arbeid en werd de eenheid overbodig. 
    • Ik moet van de diëtiste alle calorieën tellen die ik opeet. 
     Ze hadden een ontbijt voor me klaargezet dat ik snel en zo stil mogelijk opat. Eigenlijk had ik totaal geen honger, maar het was noodzakelijk zo veel mogelijk calorieën binnen te krijgen.[3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Naar frequentie 5291
Uitspraak
enkelvoud meervoud
calorie calories

Zelfstandig naamwoord

calorie

  1. (thermodynamica) calorie
Afgeleide begrippen