brigade

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Vlag van de internationale brigade in de Spaanse burgeroorlog
Uitspraak
Woordafbreking
  • bri·ga·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘eenheid van bataljons en afdelingen’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord brigade brigaden
brigades
verkleinwoord brigadetje brigadetjes

Zelfstandig naamwoord

de brigadev [3]

  1. (militair) legereenheid van 3000 tot 4000 man, verdeeld in een aantal bataljons met aan het hoofd een brigadegeneraal
    • De Nederlandse landmacht heeft drie brigades. 
  2. groep mensen met een bepaalde opdracht
    • Zullen we ons opgeven voor de keukenbrigade van het hotel? 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen