boodschappen
Uiterlijk
- bood·schap·pen
de boodschappen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord boodschap
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
boodschappen |
boodschapte |
geboodschapt |
zwak -t | volledig |
boodschappen
- overgankelijk, (verouderd) door middel van een boodschap overbrengen
- Helaas, zij vermoedde niet, deze vrouw, dat het biljet hetwelk de overwinning boodschapte, in later tijd een doodvonnis zou blijken te zijn![1]
- Het woord boodschappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boodschappen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Bungener, F. Lincoln: zijn leven, werk, en dood (1866)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %