Naar inhoud springen

boodschappen

Uit WikiWoordenboek
  • bood·schap·pen

de boodschappenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boodschap
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
boodschappen
boodschapte
geboodschapt
zwak -t volledig

boodschappen

  1. overgankelijk, (verouderd) door middel van een boodschap overbrengen
    • Helaas, zij vermoedde niet, deze vrouw, dat het biljet hetwelk de overwinning boodschapte, in later tijd een doodvonnis zou blijken te zijn![1] 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Bungener, F. Lincoln: zijn leven, werk, en dood (1866)
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be