Naar inhoud springen

bloemencorso

Uit WikiWoordenboek
  • bloe·men·cor·so
enkelvoud meervoud
naamwoord bloemencorso bloemencorso's
verkleinwoord bloemencorsootje bloemencorsootjes

bloemencorso m, o

  1. optocht van met bloemen versierde voertuigen
    • Wij zouden vandaag naar het bloemencorso gaan kijken, maar door het regenachtige weer ging dat niet door. 
98 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[2]