blijvend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  blijvend    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• blij·vend

Woordherkomst en -opbouw

• onvoltooid deelwoord van blijven

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	blijvend	blijvender	blijvendst
verbogen	blijvende	blijvendere	blijvendste
partitief	blijvends	blijvenders	-

Bijvoeglijk naamwoord

blijvend

1. wat niet weggaat of verdwijnt

   • Hij is een blijvende waarde voor het Nederlandse elftal. 
   • Het is fijn om iets blijvends te maken. 

Synoniemen

• eeuwig, duurzaam, vast, permanent, voorgoed

Antoniemen

• tijdelijk, voorbijgaand

Werkwoord

vervoeging van:	blijven
verbogen vorm:	blijvende

blijvend

1. onvoltooid deelwoord van blijven

Gangbaarheid

• Het woord blijvend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blijvend" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.