binnenwandelen

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·wan·de·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

binnenwandelen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
binnenwandelen
wandelde binnen
binnengewandeld
zwak -d volledig
  1. rustig lopend naar binnen gaan
     De Noord- en Zuid-Koreanen zullen het Olympisch Stadion als één team binnenwandelen, onder de unificatievlag. Dat gebeurde in 2000 tijdens de Spelen in Sydney ook al[1]
     Tijdens de zitting kwam complotdenker Alex Jones binnenwandelen. Op Twitter was er onder de aanwezige journalisten veel aandacht voor zijn komst. Het feit dat Facebook vier van zijn pagina's heeft verwijderd en hij wel op Twitter mag blijven staan, kwam tot nu toe niet aan bod.[2]
     Het is 'rust'. In de theepauze komt Adrie Koster binnenwandelen.[3]
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 5 november 2021 Weblink bron “Korea presenteert zich als één team op Olympische Spelen” (17-01-2018), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 5 november 2021 Weblink bron
    Nando Kasteleijn
    “Hoorzittingen met Facebook en Twitter verschilden behoorlijk van toon” (05-09-2018), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 5 november 2021 Weblink bron
    Eline de Zeeuw
    “Succesproject Willem II: archief als trigger voor dementerenden en eenzamen” (21-02-2020), NOS