binnenstad
Uiterlijk
- Geluid: binnenstad (hulp, bestand)
- IPA: /ˈbɪnə(n)ˌstɑt/
- bin·nen·stad
- samenstelling van binnen en stad zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | binnenstad | binnensteden |
verkleinwoord | binnenstadje | binnenstadjes |
- een, meestal oud, stadscentrum
- De meeste mensen vinden de Utrechtse binnenstad heel gezellig.
- ▸ Veel Almeloërs willen er zaterdagmiddag tussen 14.00 en 15.00 uur getuige van zijn. Hun stad is immers historisch verbonden met het eeuwenoude Huize Almelo, het kasteel dat grenst aan de binnenstad, en de familie Van Rechteren Limpurg. En als de graaf overlijdt en naar zijn laatste rustplaats in zijn eigen bos wordt gedragen, is dat een indrukwekkende gebeurtenis die niet zo vaak voorkomt.[1]
1. een, meestal oud, stadscentrum
- Het woord binnenstad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "binnenstad" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Henk van Schuppen“Uitvaart Heer van Almelo: nog één keer passeert graaf Van Rechteren de Limpurgsingel” (22-11-2019), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %