Naar inhoud springen

binnenstad

Uit WikiWoordenboek
  • bin·nen·stad
enkelvoud meervoud
naamwoord binnenstad binnensteden
verkleinwoord binnenstadje binnenstadjes

binnenstad v/m

  1. een, meestal oud, stadscentrum
    • De meeste mensen vinden de Utrechtse binnenstad heel gezellig. 
     Veel Almeloërs willen er zaterdagmiddag tussen 14.00 en 15.00 uur getuige van zijn. Hun stad is immers historisch verbonden met het eeuwenoude Huize Almelo, het kasteel dat grenst aan de binnenstad, en de familie Van Rechteren Limpurg. En als de graaf overlijdt en naar zijn laatste rustplaats in zijn eigen bos wordt gedragen, is dat een indrukwekkende gebeurtenis die niet zo vaak voorkomt.[1]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Bronlink Weblink bron
    Henk van Schuppen
    “Uitvaart Heer van Almelo: nog één keer passeert graaf Van Rechteren de Limpurgsingel” (22-11-2019), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be