bestuurster

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bestuurster    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·stuur·ster

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van besturen met het achtervoegsel -ster

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bestuurster	bestuursters
verkleinwoord	bestuurstertje	bestuurstertjes

Zelfstandig naamwoord

de bestuurster v

1. vrouwelijke bestuurder

Hyponiemen

• autobestuurster, trambestuurster

Vertalingen

    1.   

Spaans: dirigente (es) v

Gangbaarheid

• Het woord bestuurster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bestuurster" herkend door:

94 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.