besparing
Uiterlijk
- Geluid: besparing (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈsparɪŋ / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /bə.spa.rɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /bə.spa.rɪŋ/
- (Limburg): /bə.spa.rɪŋ/
- be·spa·ring
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | besparing | besparingen |
verkleinwoord | besparinkje | besparinkjes |
de besparing v
- (financieel) het voordeel door ergens minder voor uit te geven
- De besparing op het huishoudgeld bedroeg al snel tientallen euro's.
1. het voordeel door ergens minder voor uit te geven
- Het woord besparing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "besparing" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Financieel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %