beroving

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  beroving    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·ro·ving

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van beroven met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	beroving	berovingen
verkleinwoord	berovinkje	berovinkjes

Zelfstandig naamwoord

beroving v

1. het beroofd worden

   • De beroving van het oude vrouwtje was groot nieuws. 

Vertalingen

    1. het beroofd worden   

Engels: robbery (en), mugging (en)

Spaans: robo (es) m, asalto (es) m, atraco (es) m

Gangbaarheid

• Het woord beroving staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beroving" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.