bergtop

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bergtop    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈbɛr^əxˌtɔp / (2 of 3 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /'bɛrχtɔp/
  • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /'bɛrxtɔp/

Woordafbreking

• berg·top

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  berg  en  top 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bergtop	bergtoppen
verkleinwoord	bergtopje	bergtopjes

Zelfstandig naamwoord

de bergtop m

1. de top van een berg

   • De hoogte van bergtoppen wordt voor een belangrijk deel bepaald door de hoogte van de sneeuwgrens. 

   ▸ Gespannen rende ik naar de enige beschutte plek op de bergtop, een kleine berghut.

Synoniemen

• bergpiek

Antoniemen

• dal

Vertalingen

    1. de top van een berg   

Engels: mountaintop (en) Fins: vuorenhuippu (fi)

Koerdisch: سه‌رشاخ (ku) Spaans: cima (es) v, cumbre (es) v, pico (es) m, cúspide (es) m

Gangbaarheid

• Het woord bergtop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bergtop" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.