belle-sœur
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
- belle·sœur
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
belle-sœur | la belle-sœur | belles-sœurs | les belles-sœurs |
Zelfstandig naamwoord
belle-sœur v
- (familie) schoonzus, de zus van de echtgenoot of echtgenote
- (familie) schoonzus, de echtgenote van de zus of broer
- (bij uitbreiding) elk aangetrouwd vrouwelijk lid van de familie, bijv. de stiefzus, de echtgenote van de schoonzus of zwager
Verwante begrippen
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron belle-sœur in: Trésor de la langue française informatisé, Dictionnaire de la langue du XIXe et du XXe siècle (1789-1960) (1971-1994) op cnrtl.fr