beenmerg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • been·merg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beenmerg -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

beenmerg o [1]

  1. (anatomie) een sponsachtige, rode substantie die zich in het binnenste van beenderen bevindt
    • Beenmerg speelt een belangrijke rol bij het vormen van botweefsel. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen