bedrukt
Uiterlijk
- be·drukt
- vervoeging van bedrukken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bedrukt | bedrukter | bedruktst |
verbogen | bedrukte | bedruktere | bedruktste |
partitief | bedrukts | bedrukters | - |
bedrukt
- met tekst of figuren gevuld
- De bedrukte vellen lagen op de tafel te drogen.
- neerslachtig, terneergeslagen
vervoeging van |
---|
bedrukken |
bedrukt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedrukken
- Jij bedrukt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedrukken
- Hij bedrukt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bedrukken
- Bedrukt!
vervoeging van: | bedrukken… |
verbogen vorm: | bedrukte |
bedrukt
- voltooid deelwoord van bedrukken
- Het woord bedrukt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bedrukt" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voltooid deelwoord met alleen -t
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %