bedrijfscrèche

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·drijfs·crè·che
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bedrijfscrèche bedrijfscrèches
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de bedrijfscrèchev / m

  1. kinderopvang bij een onderneming voor kinderen waarvan de ouders bij die onderneming werken
     Een aantal ouders profiteert van een bedrijfscrèche of gedeeltelijk door de werkgever betaalde opvangplaats.[1]
     In haar artikel "Werkende moeders' (…) pleit Rita Kohnstamm voor bedrijfscrèches d.w.z. crèches op het werkterrein.[2]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 8 augustus 2021 Weblink bron
    Egbert Kalse & Robert Giebels
    “Kinderopvang; Peuter op de wachtlijst gaat zolang wel naar de buren” (25 maart 1998) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 8 augustus 2021 Weblink bron
    Willy Stigter-Gonggryp
    “Werkende moeders” (27 februari 1992) op nrc.nl op Wikipedia