basketballer
Uiterlijk
- bas·ket·bal·ler
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basketballer | basketballers |
verkleinwoord | basketballertje | basketballertjes |
de basketballer m
- (beroep) (sport) iemand basketbal speelt
- Basketballer LeBron James van Cleveland Cavaliers heeft weer een nieuwe mijlpaal in zijn profcarrière bereikt. Hij is de eerste speler in de Amerikaanse NBA met meer dan 30.000 punten, 8000 rebounds en 8000 assists.[1]
- De Nederlandse basketballers hebben de WK-kwalificatiewedstrijd tegen Kroatië met 82-78 verloren.[2]
- De 29-jarige Amerikaanse basketballer benaderde in Portland zijn persoonlijke record in de NBA. Het bleek echter niet genoeg voor de winst (117-123).[3]
- Het woord basketballer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "basketballer" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ de Telegraaf 28 feb. 2018
- ↑ de Telegraaf 26 feb. 2018
- ↑ de Telegraaf 15 feb. 2018
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %