bœuf
Uiterlijk
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
bœuf | le bœuf | bœufs | les bœufs |
bœuf m
- (evenhoevigen) rund
- (landbouw) os
- rundvlees
- (metonymisch) domme man zonder finesse of elegantie
- (metonymisch) zwaarlijvige man
- (metonymisch) (informeel) (Canada) politieagent, smeris
- (muziek) jamsessie, een spontane muziekuitvoering
- (informeel) groot, langzaam rijdend voertuig (bijv. een vrachtwagen)
bœuf
- (spreektaal) waanzinnig
- «Cette pièce a eu un succès bœuf.»
- Dat stuk heeft een daverend succes gehad. [1]
- «Cette pièce a eu un succès bœuf.»
Categorieën:
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 4
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Woorden in het Frans met IPA-weergave
- Erfwoord in het Frans
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Evenhoevigen in het Frans
- Zoogdieren in het Frans
- Landbouw in het Frans
- Metonymisch in het Frans
- Informeel in het Frans
- Muziek in het Frans
- Bijvoeglijk naamwoord in het Frans
- Spreektaal in het Frans