antal
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
antal
- aantal; een onbepaalde maar telbare hoeveelheid
Noors
Zelfstandig naamwoord
antal
- verouderde spelling of vorm van antall
- (onbepaalde onzijdige vorm nominatief enkelvoud)
Stellingwerfs
Zelfstandig naamwoord
antal
- aantal; een onbepaalde maar telbare hoeveelheid
Urkers
Zelfstandig naamwoord
antal
- aantal; een onbepaalde maar telbare hoeveelheid
Zweeds
Uitspraak
Woordafbreking
- an·tal
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | 3445 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | antal | antalet | antal | antalen |
genitief | antals | antalets | antals | antalens |
Zelfstandig naamwoord
antal, o
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- [1]: antalsberäkning
Zelfstandig naamwoord
antal
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van antal
Categorieën:
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 5
- Oude spelling van het Noors
- Verouderd in het Noors
- Woorden in het Stellingwerfs
- Zelfstandig naamwoord in het Stellingwerfs
- Woorden in het Urkers
- Zelfstandig naamwoord in het Urkers
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 5
- Woorden in het Zweeds met audioweergave
- Voorvoegsel an- in het Zweeds
- Zelfstandig naamwoord in het Zweeds
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Zweeds