anschluss
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- an·schluss
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | anschluss | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (geschiedenis) benaming voor de Duitse annexatie van Oostenrijk in een "Groot-Duitsland" op 13 maart 1938 die kon rekenen op vrij algemene steun van de Oostenrijkse bevolking en werd voorbereid door de Oostenrijkse nazipartij
- aansluiting, (menselijk) contact
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord anschluss staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "anschluss" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ anschluss op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be