alweder
Uiterlijk
- al·we·der
- samenstelling van al en weder
alweder [1]
- al weer, voor de zoveelste keer
- Het woord alweder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "alweder" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be