afvalhoop

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·val·hoop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afvalhoop afvalhopen
verkleinwoord afvalhoopje afvalhoopjes

Zelfstandig naamwoord

de afvalhoopm

  1. (archeologie) de resten van opeengehoopt keukenafval uit de oudheid die, stratigrafisch onderzocht, belangrijke archeologische gegevens kunnen opleveren
    • De oudste overblijfselen van bewoners en hun rituelen zijn uit de Midden-Steentijd [sic]: dolmens, grafkamers, steencirkels en afvalhopen.[1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen