aftakking

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aftakking    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• af·tak·king

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van aftakken met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aftakking	aftakkingen
verkleinwoord	aftakkinkje	aftakkinkjes

Zelfstandig naamwoord

de aftakking v

1. van een weg, waterloop of (elektrische) leiding zijwaarts afgaande tak
2. plaats waar deze splitsing plaatsheeft

Verwante begrippen

• shunt

Hyponiemen

• stroomaftakking

Vertalingen

    1.   

Engels: bough (en), branch (en), branching (en)

Gangbaarheid

• Het woord aftakking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aftakking" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.