adresboek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- adres·boek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van adres en boek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adresboek | adresboeken |
verkleinwoord | adresboekje | adresboekjes |
Zelfstandig naamwoord
het adresboek o
- een boek met alfabetisch en/of systematisch geordende adressen
- Hij was het adresboek kwijtgeraakt.
Vertalingen
1. een boek met alfabetisch en/of systematisch geordende adressen
Gangbaarheid
- Het woord adresboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "adresboek" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be