aceptar
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aceptar |
aceptaba |
aceptado |
volledig |
Werkwoord
aceptar
Woordafbreking
- a·cep·tar
- overgankelijk
- aanvaarden, aannemen, instemmen
- goedkeuren, toelaten
- honoreren (van wissel)
- accepteren