aardappelrooier

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[1] aardappelrooier
Uitspraak
Woordafbreking
  • aard·ap·pel·rooi·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aardappelrooier aardappelrooiers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aardappelrooierm

  1. (landbouw) machine waarmee men aardappels oogst
     Ook op de monitoren in zijn cabine kan hij niet vertrouwen, omdat de camera’s rondom de machine onder het stof zitten. Daarbij heeft hij tien jaar lang op een Grimme aardappelrooier gezeten. Het is even wennen voor hem op de nieuwe machine in deze omstandigheden.[2]
     Na het maaien wordt het graan gedorst. Er zijn demonstraties met een dorsmachine uit de jaren 60 en een met paardenkracht aangedreven aardappelrooier uit de jaren 20, één van de laatste werkende rooiers.[3]
  2. (beroep) persoon die aardappels oogst
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 augustus 2022 Weblink bron “Droogte, storm of wassend water: dit zijn de dertig genomineerden voor de GeldersNieuwsFoto 2018” (09-02-2019), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 13 augustus 2022 Weblink bron “Holtense graanmaaiers-dag gaat op herhaling” (17-07-2008), Tubantia