aankomend
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·ko·mend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aankomend | ||
verbogen | aankomende | ||
partitief | aankomends | - | - |
Bijvoeglijk naamwoord
aankomend
- aanstaand
- Hij zou wel eens de aankomende voorzitter van onze vereniging kunnen zijn.
- Aanstaande woensdag komen mijn kinderen eten.
- opgroeiend
- Hij was een jong en veelbelovend aankomend talent.
Uitdrukkingen en gezegden
[1] Aankomend minister van Buitenlandse Zaken.
Vertalingen
aankomend minister van Buitenlandse Zaken
|
Werkwoord
vervoeging van: | aankomen |
verbogen vorm: | aankomende |
aankomend
Gangbaarheid
- Het woord aankomend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "aankomend" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Onvoltooid deelwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %