aangewezen
Uiterlijk
- Geluid: aangewezen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋɣəˌwezə(n) / (4 lettergrepen)
- aan·ge·we·zen
- vervoeging van aanwijzen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van aan bw en gewezen ww
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aangewezen | ||
verbogen | - | ||
partitief | aangewezens | - | - |
aangewezen
- meest geschikt
- Hij is de aangewezen persoon voor die klus.
- ▸ Haar zus was daar de aangewezen persoon voor.[1]
- ergens van afhankelijk zijn
- De oude man is aangewezen op huishoudelijke hulp.
vervoeging van: | aanwijzen… |
verbogen vorm: | aangewezene |
aangewezen
- voltooid deelwoord van aanwijzen
- op iemand of iets aangewezen zijn
afhankelijk van iets of iemand zijn
- Het woord aangewezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aangewezen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %