Trojaan
Nederlands
Niet te verwarren met: trojaan |
Uitspraak
Woordafbreking
- Tro·jaan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Trojaan | Trojanen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de Trojaan m
- (demoniem) een inwoner van Troje, of iemand afkomstig hiervan
Verwante begrippen
Demoniemen bij Troje in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Trojaan • inwoonster: Trojaanse • bijvoeglijk: Trojaans |
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord Trojaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.