verheugen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Aanpassing |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 35: | Regel 35: | ||
{{trans-top|3. ''iemand ~'' vreugde bereiden}} |
{{trans-top|3. ''iemand ~'' vreugde bereiden}} |
||
*{{deu}}: {{trad|de|erfreuen}} |
*{{deu}}: {{trad|de|erfreuen}} |
||
*{{eng}}: to {{trad|en| |
*{{eng}}: to {{trad|en|make happy}} {{trad|en|delight}} |
||
*{{nor}}: {{trad|no|glede}} |
*{{nor}}: {{trad|no|glede}} |
||
{{trans-mid}} |
{{trans-mid}} |
Versie van 19 mrt 2012 17:12
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·heu·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verheugen |
verheugde |
verheugd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verheugen
- wederkerend zich ~: blijdschap ervaren
- Hij verheugde zich enorm toen zij onverwachts belde.
- wederkerend zich ~ op: reikhalzend uitzien naar iets
- Hij verheugde zich op haar aangekondigde bezoek.
- overgankelijk iemand ~ vreugde bereiden
- Hij verheugde zijn moeder met een onverwacht bezoekje.
Vertalingen
1. zich ~: blijdschap ervaren
2. zich ~ op: reikhalzend uitzien naar iets