glede

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • gle·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord gleðja
Naar frequentie 1159
vervoeging
onbepaalde wijs glede glede
tegenwoordige tijd gleder gleder
verleden tijd gledet
gleda
gledde
voltooid
deelwoord
gledet
gleda
gledd
onvoltooid
deelwoord
gledende gledende
lijdende vorm gledes gledes
gebiedende wijs gled gled
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak Klasse 3 zwak
opmerking optioneel optioneel
Afgeleide begrippen

Werkwoord

glede

  1. overgankelijk verheugen
    «Han gledet publikum med en nyskrevet vise.»
    Hij verheugde het publiek met een nieuw gecomponeerd lied.

Werkwoord

glede seg

  1. wederkerend zich verheugen
    «Jeg gleder meg til å treffe ham.»
    Ik kijk ernaar uit om hem te ontmoeten.
Uitdrukkingen en gezegden
  • glede seg for tidlig
te vroeg juichen

Werkwoord

glede seg til

  1. wederkerend zich verheugen op, uitzien naar
    «Barna gleder seg til jul.»
    De kinderen verheugen zich op kerst.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   glede     m: gleden
v: gleda  
  gleder     gledene  
genitief   gledes     m: gledens
v: gledas  
  gleders     gledenes  

Zelfstandig naamwoord

glede m / v

  1. blijdschap, lust, plezier, pret, vreugde
Synoniemen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • gle·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord gleðja
vervoeging
onbepaalde wijs glede
gleda
tegenwoordige tijd gleder
verleden tijd gledde
voltooid
deelwoord
gledd
gledt
onvoltooid
deelwoord
gledande
lijdende vorm gledast
(bijvorm): gledas
gebiedende wijs gled
vervoegingsklasse Klasse 3 zwak
opmerking

Werkwoord

glede

  1. overgankelijk verheugen
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

glede seg

  1. wederkerend zich verheugen
Schrijfwijzen
Uitdrukkingen en gezegden
  • glede seg for tidleg
te vroeg juichen

Werkwoord

glede seg på

  1. wederkerend zich verheugen op, uitzien naar
Schrijfwijzen
Synoniemen
  • glede seg til

Werkwoord

glede seg til

  1. wederkerend zich verheugen op, uitzien naar
    «Borna gleder seg til jul.»
    De kinderen verheugen zich op kerst.
Schrijfwijzen
Synoniemen
  • glede seg på
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   glede     gleda     gleder     gledene  

Zelfstandig naamwoord

glede, g

  1. blijdschap, lust, plezier, pret, vreugde
Synoniemen