verheugen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud

In de regel

Versie van 6 feb 2012 16:19

verheugen

wederkerend zich ~: blijdschap ervaren
- Hij verheugde zich enorm toen zij onverwachts belde.
wederkerend zich ~ op: reikhalzend uitzien naar iets
- Hij verheugde zich op haar aangekondigde bezoek.
overgankelijk iemand ~ vreugde bereiden
- Hij verheugde zijn moeder met een onverwacht bezoekje.

1. zich ~: blijdschap ervaren

2. zich ~ op: reikhalzend uitzien naar iets

3. iemand ~ vreugde bereiden

@@ Regel 9: / Regel 9: @@
 {{-verb-|nld}}
 '''{{pn}}'''
-#{{refl}} ''zich ~'': blijdschap ervaren
+#{{refl|nld}} ''zich ~'': blijdschap ervaren
 {{bijv-1|Hij '''verheugde zich''' enorm toen zij onverwachts belde.}}
-#{{refl}} ''zich ~ op'': reikhalzend uitzien naar iets
+#{{refl|nld}} ''zich ~ op'': reikhalzend uitzien naar iets
 {{bijv-1|Hij '''verheugde zich op''' haar aangekondigde bezoek.}}
-#{{ov}} ''iemand ~'' vreugde bereiden
+#{{ov|nld}} ''iemand ~'' vreugde bereiden
 {{bijv-1|Hij '''verheugde''' zijn moeder met een onverwacht bezoekje.}}
 {{-trans-}}