Jehoediet

Nederlands

Uitspraak

• IPA: / jəhuˈdit / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• Je·hoe·diet

Woordherkomst en -opbouw

• van Hebreeuws  יְהוּדִית en  (Jehoediet) vrouwelijke vorm van Jehoeda; naam van personen uit de Bijbel

	enkelvoud
nominatief	Jehoediet
genitief	Jehoediets

Eigennaam

Jehoediet v

1. (Jiddisch-Hebreeuws) meisjesnaam
   1. (religie) dochter van Beëri, vrouw van Esau (Gen. 26:34)
   2. vrouw die in een verhaal over een Assyrische belegering de Assyrische bevelhebber Holofernes doodt (Jud.; niet in de Tenach)
2. (Jiddisch-Hebreeuws) taal van het gebied van Juda (6x: 2 Kon. 18:26 +, Jes. 36:11 +, Neh. 13:24, 2 Kron. 32:18)

Synoniemen

• [1.1] Jehudit
• [1.2] Judit
• [1.2] Judith (via Oudgrieks; als meisjesnaam meer gangbare vorm)
• [2] Judees

Gangbaarheid

• Het woord 'Jehoediet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.