Japanse
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Ja·pan·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Japanse | Japansen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Japanse v
- (demoniem) een vrouw afkomstig uit Japan
- Er werkt een Japanse op onze afdeling.
- ▸ Jaren later liep ik op mijn 42ste de 88 Tempels Trail, een pelgrimstocht van 1.300 kilometer door Japan. Daar ondervond ik voor het eerst hoe verslavend lopen kan zijn. De Japanse bergen, tempels en gastvrijheid waren indrukwekkend.[1]
Verwante begrippen
Demoniemen bij Japan in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Japanner, Japannees • inwoonster: Japanse, Japannese • bijvoeglijk: Japans, Japannees |
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Bijvoeglijk naamwoord
Japanse
- verbogen vorm van de stellende trap van Japans
Gangbaarheid
- Het woord Japanse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),