Gebruiker:Nienketjuuu/zwoeder
Nederlands
Uitspraak
- IPA: / ˈzwudər / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈ sʋuː.dəɹ/
Woordafbreking
- zwoe.der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwoeder | zwoeders |
verkleinwoord | zwoedertje | zwoedertjes |
Zelfstandig naamwoord
zwoeder m
- verwantschap via ouders ongeacht geslacht.
- zwoeders hebben dezelfde ouders.
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- zwoederlijke
Vertalingen
1. een inwoner van Nederland of persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord zwoeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.