Corsicaanse
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Corsicaanse (hulp, bestand)
Woordafbreking
- Cor·si·caan·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Corsicaanse | Corsicaansen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
Corsicaanse v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Corsica, of een vrouw afkomstig uit Corsica
Verwante begrippen
Demoniemen bij Corsica in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Corsicaan • inwoonster: Corsicaanse • bijvoeglijk: Corsicaans |
Vertalingen
1.
Bijvoeglijk naamwoord
Corsicaanse
- verbogen vorm van de stellende trap van Corsicaans
Gangbaarheid
- Het woord Corsicaanse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.