Naar inhoud springen

-de

Uit WikiWoordenboek
Huidig
bestand
64
  • ·de

-de

  1. achtervoegsel voor de verleden tijd van zwakke werkwoorden [2] [3]
    • Ik beef - Ik beefde 
  2. achtervoegsel dat van een hoofdtelwoord een rangtelwoord maakt
    • Twee - tweede 


Klinkerharmonie
Niet-palataal-da
Palataal-de
Na f,k,s,ş,ç,t,h,p
Niet-palataal-ta
Palataal-te

-de na "e", "i", "ö" of "ü" .

  1. vormt de locatief van een zelfstandig naamwoord



EnkelvoudMeervoud
KlasseAttributiefPredicatiefKlasseAttributiefPredicatief
1omdemde2abadebade
3omdemde4emidemide
5elidelide6amademade
7esideside8ezidezide
9endeinde10ezindezinde
11oludelude
14obudebudebijvoeglijk
15okudekude

-de

  1. lang, hoog
    «umntu omde»
    een lang persoon
    «umthi omde»
    een hoge boom

ubude 14

  1. lengte, hoogte
14 ontelbaar
nominatief ubude
vocatief bude
locatief kubude
predicaat bubude
negatief
predicaat
abubude