Naar inhoud springen

копыто

Uit WikiWoordenboek
  • ко-пы́-то
enkelvoud meervoud
nominatief копы́такопы́ты
genitief копы́тыкопы́т
datief копы́текопы́там
accusatief копы́тукопы́ты
instrumentalis копы́той
копы́тою
копы́тами
locatief копы́текопы́тах

копыто

  1. (zoötomie) hoef
    «Бодрый конь забыл уже вчерашнюю усталость; он грыз удила и бил копытом в землю.»
    Het opgewekte paard was de vermoeidheid van de dag ervoor al vergeten; het knabbelde aan zijn bit en klopte met zijn hoef op de vloer.