toeknijpen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van toeknijpen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		toeknijpen			toe te knijpen
	toekomend		zullen toeknijpen toe zullen knijpen			te zullen toeknijpen toe te zullen knijpen
voltooid	tegenwoordig		hebben toegeknepen			te hebben toegeknepen
	toekomend		toegeknepen zullen hebben			toegeknepen te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	toeknijpend		toegeknepen			ev. knijp toe	mv. verouderd knijpt toe	knijpe toe (bijzin) toeknijpe
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
hoofdzin	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	knijp toe	knijpt toe	knijpt toe	knijpt toe	knijpt toe	knijpen toe	knijpen toe	knijpen toe
verleden (o.v.t.)	kneep toe	kneep toe	kneep toe	kneep toe	kneep toe	knepen toe	knepen toe	knepen toe
toekomend (o.t.t.t.)	zal toeknijpen	zult/zal toeknijpen	zult/zal toeknijpen	zult toeknijpen	zal toeknijpen	zullen toeknijpen	zullen toeknijpen	zullen toeknijpen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou toeknijpen	zou toeknijpen	zou(dt) toeknijpen	zoudt toeknijpen	zou toeknijpen	zouden toeknijpen	zouden toeknijpen	zouden toeknijpen
bijzin	.. dat ik	.. dat jij, je	.. dat u	.. dat gij	.. dat hij, zij, het	.. dat wij	.. dat jullie	.. dat zij
tegenwoordig (o.t.t.)	toeknijp	toeknijpt	toeknijpt	toeknijpt	toeknijpt	toeknijpen	toeknijpen	toeknijpen
verleden (o.v.t.)	toekneep	toekneep	toekneep	toekneep	toekneep	toeknepen	toeknepen	toeknepen
toekomend (o.t.t.t.)	zal toeknijpen toe zal knijpen	zult/zal toeknijpen toe zult/zal knijpen	zult/zal toeknijpen toe zult/zal knijpen	zult toeknijpen toe zult knijpen	zal toeknijpen toe zal knijpen	zullen toeknijpen toe zullen knijpen	zullen toeknijpen toe zullen knijpen	zullen toeknijpen toe zullen knijpen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou toeknijpen toe zou knijpen	zou toeknijpen toe zou knijpen	zou(dt) toeknijpen toe zou(dt) knijpen	zoudt toeknijpen toe zoudt knijpen	zou toeknijpen toe zou knijpen	zouden toeknijpen toe zouden knijpen	zouden toeknijpen toe zouden knijpen	zouden toeknijpen toe zouden knijpen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb toegeknepen	hebt toegeknepen	hebt/heeft toegeknepen	hebt toegeknepen	heeft toegeknepen	hebben toegeknepen	hebben toegeknepen	hebben toegeknepen
verleden (v.v.t.)	had toegeknepen	had toegeknepen	had toegeknepen	hadt toegeknepen	had toegeknepen	hadden toegeknepen	hadden toegeknepen	hadden toegeknepen
toekomend (v.t.t.t.)	zal toegeknepen hebben	zal/zult toegeknepen hebben	zult/zal toegeknepen hebben	zult toegeknepen hebben	zal toegeknepen hebben	zullen toegeknepen hebben	zullen toegeknepen hebben	zullen toegeknepen hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou toegeknepen hebben	zou toegeknepen hebben	zou/zoudt toegeknepen hebben	zoudt toegeknepen hebben	zou toegeknepen hebben	zouden toegeknepen hebben	zouden toegeknepen hebben	zouden toegeknepen hebben
onpersoonlijke lijdende vorm toegeknepen worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt toegeknepen				er is toegeknepen
verleden	er werd toegeknepen				er was toegeknepen
toekomend	er zal toegeknepen worden				er zal toegeknepen zijn
voorwaardelijk	er zou toegeknepen worden				er zou toegeknepen zijn
lijdende vorm toegeknepen worden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		toegeknepen worden			toegeknepen te worden
	toekomend		toegeknepen zullen worden			toegeknepen te zullen worden
voltooid	tegenwoordig		toegeknepen zijn			toegeknepen te zijn
	toekomend		toegeknepen zullen zijn			toegeknepen te zullen zijn
	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (o.t.t.)	word toegeknepen	wordt toegeknepen	wordt toegeknepen	wordt toegeknepen	wordt toegeknepen	worden toegeknepen	worden toegeknepen	worden toegeknepen
verleden (o.v.t.)	werd toegeknepen	werd toegeknepen	werd toegeknepen	werdt toegeknepen	werd toegeknepen	werden toegeknepen	werden toegeknepen	werden toegeknepen
toekomend (o.t.t.t.)	zal toegeknepen worden	zult toegeknepen worden	zult toegeknepen worden	zult toegeknepen worden	zal toegeknepen worden	zullen toegeknepen worden	zullen toegeknepen worden	zullen toegeknepen worden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou toegeknepen worden	zou toegeknepen worden	zou/zoudt toegeknepen worden	zoudt toegeknepen worden	zou toegeknepen worden	zouden toegeknepen worden	zouden toegeknepen worden	zouden toegeknepen worden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	ben toegeknepen	bent toegeknepen	bent/is toegeknepen	zijt toegeknepen	is toegeknepen	zijn toegeknepen	zijn toegeknepen	zijn toegeknepen
verleden (v.v.t.)	was toegeknepen	was toegeknepen	was toegeknepen	waart toegeknepen	was toegeknepen	waren toegeknepen	waren toegeknepen	waren toegeknepen
toekomend (v.t.t.t.)	zal toegeknepen zijn	zult toegeknepen zijn	zult toegeknepen zijn	zult toegeknepen zijn	zal toegeknepen zijn	zullen toegeknepen zijn	zullen toegeknepen zijn	zullen toegeknepen zijn
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou toegeknepen zijn	zou toegeknepen zijn	zou/zoudt toegeknepen zijn	zoudt toegeknepen zijn	zou toegeknepen zijn	zouden toegeknepen zijn	zouden toegeknepen zijn	zouden toegeknepen zijn