stræde

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • stræ·de
Woordherkomst en -opbouw
  • [1]: Afkomstig van het Oudfriese zelfstandige naamwoord "strete", dat van het Latijnse zelfstandige naamwoord strata komt
  • [2]: Afkomstig van het Engelse bijvoeglijke naamwoord strait (= nauw, smal)
Naar frequentie 58725
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   stræde     strædet     stræder     stræderne  
genitief   strædes     strædets     stræders     strædernes  

Zelfstandig naamwoord

stræde, o

  1. (verkeer) steeg, kleine straat
  2. (aardrijkskunde), (scheepvaart) water, zee-engte, zeestraat
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Typische woordcombinaties
  • [2]: internationalt stræde
internationale zeestraat
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: på gader og stræder
op straat

Verwijzingen