spiekering

Uit WikiWoordenboek

Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /ˈspiːkɐrɪŋ(g)/ (Etsbergs)

Zelfstandig naamwoord

spiekering v

  1. (Hooglimburgs) een lat waardoor spijkers gedreven worden.
    «Haes se dem sjoean ópper spiekering gejage?»
    Heb je hem reeds op de lat waardoor spijkers gedreven worden gejagen?
  2. (Hooglimburgs), (informatica) back-up
    ««Data Archive» brink d'n ómvang ven g'm maekingsveurwèrpe trögk, det spiekering, hèrstèl èn ópwaerdinger rasjer èn mekkeliker staadvinje.»
    Data Archive brengt de omvang van de productie-instantie terug zodat back-up, herstel en upgrades sneller en gemakkelijker plaatsvinden.
Verbuiging