scannen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van scannen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		scannen			te scannen
	toekomend		zullen scannen			te zullen scannen
voltooid	tegenwoordig		hebben gescand			te hebben gescand
	toekomend		gescand zullen hebben			gescand te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	scannend		gescand			ev. scan	mv. verouderd scant	scanne
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	scan	scant	scant	scant	scant	scannen	scannen	scannen
verleden (o.v.t.)	scande	scande	scande	scande	scande	scanden	scanden	scanden
toekomend (o.t.t.t.)	zal scannen	zult/zal scannen	zult/zal scannen	zult scannen	zal scannen	zullen scannen	zullen scannen	zullen scannen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou scannen	zou scannen	zou(dt) scannen	zoudt scannen	zou scannen	zouden scannen	zouden scannen	zouden scannen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gescand	hebt gescand	hebt/heeft gescand	hebt gescand	heeft gescand	hebben gescand	hebben gescand	hebben gescand
verleden (v.v.t.)	had gescand	had gescand	had gescand	hadt gescand	had gescand	hadden gescand	hadden gescand	hadden gescand
toekomend (v.t.t.t.)	zal gescand hebben	zal/zult gescand hebben	zult/zal gescand hebben	zult gescand hebben	zal gescand hebben	zullen gescand hebben	zullen gescand hebben	zullen gescand hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gescand hebben	zou gescand hebben	zou/zoudt gescand hebben	zoudt gescand hebben	zou gescand hebben	zouden gescand hebben	zouden gescand hebben	zouden gescand hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gescand worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gescand				er is gescand
verleden	er werd gescand				er was gescand
toekomend	er zal gescand worden				er zal gescand zijn
voorwaardelijk	er zou gescand worden				er zou gescand zijn