pixel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pixel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pixel pixels
verkleinwoord pixeltje pixeltjes

Zelfstandig naamwoord

pixel m en o

  1. een beeldpunt
    • Dit beeldscherm is 1024 bij 768 pixels. 
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Woordherkomst en -opbouw
  • samentrekking van "pix", schrijfwijze voor "pics" als verkorting van pictures en element, dus "kleinste onderdeel van plaatjes"
enkelvoud meervoud
pixel pixels

Zelfstandig naamwoord

pixel

  1. pixel


Frans

Zelfstandig naamwoord

pixel m

  1. pixel


Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

pixel m

  1. (informatica) pixel


Spaans

enkelvoud meervoud
pixel pixeles

Zelfstandig naamwoord

pixel m

  1. pixel


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • pi·xel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels.

Zelfstandig naamwoord

pixel m onbezield

  1. (informatica) pixel
Verbuiging
Afkorting
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen