guide

Uit WikiWoordenboek

Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
guide guides

Zelfstandig naamwoord

guide

  1. begeleider, gids
  2. leidraad, richtlijn, richtsnoer
  3. reisgids
  4. telefoongids
  5. (elektrotechniek) geleider
vervoeging
onbepaalde wijs to  guide 
he/she/it  guides 
verleden tijd  guided 
voltooid
deelwoord
 guided 
onvoltooid
deelwoord
 guiding 
gebiedende wijs  guide 

Werkwoord

guide

  1. overgankelijk begeleiden, gidsen, leiden, leiding geven aan
  2. onovergankelijk als gids werken
  3. onovergankelijk dienen als leidraad, richtlijn e.d.






Frans

Uitspraak
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  guide     le guide     guides     les guides  

Zelfstandig naamwoord

guide m

  1. begeleider, gids
  2. (bedrijfskunde) bestuurder

Werkwoord

vervoeging van
guider

guide

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van guider
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van guider
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van guider