richtsnoer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: richtsnoer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- richt·snoer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van richt ww en snoer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | richtsnoer | richtsnoeren |
verkleinwoord | richtsnoertje | richtsnoertjes |
Zelfstandig naamwoord
het richtsnoer o
- (bouwkunde) touw om bij het metselen enz. in een rechte lijn te blijven
- voorschrift waarnaar men zich richt
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord richtsnoer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "richtsnoer" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be